De wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten heeft in 2014 haar twintigjarig bestaan gevierd. Deze nieuwe wet heeft het auteursrecht, vastgelegd in de wet van 22 maart 1886, grondig hervormd. Maar is dit "nieuw" auteursrecht vandaag zelf niet verouderd, oubollig, achterhaald?
Op het ogenblik waarop dit “nieuwe“ auteursrecht werd aangenomen, was er een revolutie zonder precedent aan de gang, waarvan toen niemand de impact kon inschatten. De jaren 1990 leidden de komst in van de informatiemaatschappij en, daarmee gepaard gaande, de versnelling van de integratie van de markt in een geglobaliseerde economie, in het bijzonder in de Europese Unie. Van analoog naar numeriek, van nationaal naar Europees en mondiaal, zijn we binnengetreden in een nieuw tijdperk.
Velen hebben de transitie meegemaakt; anderen zijn kinderen van dit nieuw tijdperk.
Bij de eersten bevinden zich de experten aan wie wij dit nieuwe auteursrecht te danken hebben. De tweede groep is een nieuwe generatie van onderzoekers en beroepsbeoefenaars die streven naar het smeden samenstellen van het auteursrecht van morgen.
Om het twintig jarig bestaan van het nieuwe auteursrecht te herdenken, zoals opgetekend door haar codificatie in het nieuwe Wetboek Economisch Recht (in werking vanaf 1 januari 2015), stelt dit werk voor een debat tussen generaties rond te starten op de volledige materie met als rode dra(a)d(en) het internet en de internationale en Europese harmonisatie van auteursrecht.